Elke woning die in Vlaanderen verhuurd wordt, moet aan bepaalde minimale kwaliteitsnormen voldoen. Wanneer een woning niet aan deze normen voldoet, kan zij onbewoonbaar of ongeschikt verklaard worden door de burgemeester en worden er werken opgelegd. Het verhuren van een woning die niet aan de normen voldoet is strafbaar.
Iedere huurder kan bij het stadsbestuur een aanvraag voor een woningonderzoek indienen als hij of zij klachten heeft omtrent de slechte woonsituatie van de huurwoning.
De burgemeester neemt vervolgens contact op met de gewestelijke ambtenaar van het agentschap Wonen Vlaanderen om de procedure van het woningonderzoek op te starten. De onderzoeker stelt een technisch verslag op. Hij adviseert de burgemeester en luistert naar alle betrokken partijen. Daarna neemt de burgemeester een besluit.
Technisch verslag
Het technisch verslag wordt opgemaakt na een intern onderzoek van de woning, waarbij wordt nagegaan of de woning aan de geldende technische eisen en comforteisen voldoet.
Van het gebouwgedeelte wordt de stabiliteit en de bouwfysica van dak, muren en draagvloeren beoordeeld. Voor het woongedeelte wordt gekeken naar onder andere de veiligheidsrisico's met name elektrocutie- en CO-gevaar; gezondheidsrisico's zoals vochtproblematiek en de verluchtingsmogelijkheden en de comforteisen zoals goed werkend sanitair en het bestaan van een functionele keuken.
In het technisch verslag worden strafpunten toegekend. Vanaf 18 strafpunten wordt een woning ongeschikt bevonden. Als blijkt uit het verslag dat de woning door een aantal zware gebreken een aantoonbaar risico inhoudt voor de veiligheid of de gezondheid van haar bewoners, dan is zij onbewoonbaar.
Gevolgen
Zodra een woning ongeschikt of onbewoonbaar is verklaard door de burgemeester, wordt deze opgenomen in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen. Als een woning als ongeschikt en/of onbewoonbaar wordt geïnventariseerd, zullen de houders van het zakelijk recht van de woning een heffing moeten betalen. Eerst krijgen ze wel een jaar de tijd om de gebreken te herstellen en zo de ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid ongedaan te maken. Zodra een woning een jaar op de inventaris staat, moet er jaarlijks betaald worden tot de woning uit de lijst geschrapt is. Op een woning uit deze lijst kan tevens het recht van voorkoop of het sociaal beheersrecht worden uitgeoefend.
De woning kan geschrapt worden van die lijst indien de eigenaar de nodige verbeteringswerken uitvoert. Als hij kan aantonen dat de woning voldoet aan de vereisten, dan wordt het besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring op vraag van de eigenaar terug opgeheven.
De eigenaar die een ongeschikte of onbewoonbare woning verhuurt, kan bovendien strafrechtelijk vervolgd worden. Er staan correctionele geldstraffen of het verder verhuren van de ongeschikte of onbewoonbare woning. Indien hij een conformiteitsattest voor de woning bezit, dan vervalt dat automatisch na het besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring.
De bewoners van de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning genieten in bepaalde gevallen voorrang voor een sociale huurwoning.
De burgemeester is in geval van onbewoonbaarheid verantwoordelijk voor de herhuisvesting van de bewoners van het pand.