In 2019 werd Vlaanderen ingedeeld in vijftien vervoerregio’s. Deze werden in het leven geroepen om mobiliteit in Vlaanderen flexibeler, efficiënter, en duurzamer te maken. Om dit te bereiken stelde de regio een aantal duidelijke doelstellingen: een aandeel duurzame verplaatsingen van 45 procent tegen 2030 (vandaag 34 procent), een daling in verharding van 6 procent en nul verkeersdoden tegen 2040.
Samenwerken loont
Zo een ambitieuze doelstellingen bereiken kan alleen door samen te werken over de grenzen van de gemeente, het gewest en , in deze regio ook zeer belangrijk, de landsgrenzen. Het gaat ook verder dan mobiliteit alleen. Ook domeinen als klimaat, ruimte, communicatie … zijn minstens even belangrijk.
Inzetten op aanbod, gedrag en ruimte
Dit alles betekent inzetten op 3 pijlers: aanbod, gedrag en ruimte. Ze vormen de basis van het regionaal mobiliteitsplan. Enkel door op alle pijlers tegelijkertijd in te zetten kunnen we de doelstellingen bereiken. Want zowel ons verplaatsingsgedrag, de ruimte waarbinnen we ons verplaatsen én het mobiliteitsaanbod moeten veranderen. Telkens zetten we ook in op een combinatie van duurzame verplaatsingen stimuleren en niet-duurzame verplaatsingen afraden.